Naam: Wim Sluijs
Geboortedatum: 5 september 1953
Functie: Autotechnicus en mede-oprichter DTS Lopik
Hoe ben je in het autovak terechtgekomen?
“Toen ik jonger was, woonde ik op een boerderij waar ik als hobby aan brommers sleutelde. Op een dag vroeg de overbuurman, die bij een grote Opel-dealer in Utrecht werkte, of ik zin had om een keer met hem mee te gaan. Zo ben ik erin gerold.”
Op welk moment wist je dat je dit werk specialistisch wilde gaan doen?
“Er was eigenlijk geen specifiek moment. Ik ben min of meer het autovak ingerold en ben het gaandeweg steeds leuker gaan vinden, en blijf het nog steeds met plezier doen.”
Waarom werk je bij DTS Lopik?
“Nou ja, dat is naar mijn mening het beste bedrijf dat er is. Ik heb het samen met mijn zoon Willem opgericht.”
Wat vind je het leukste werk om te doen?
“Ik geniet vooral van de variatie en het oplossen van storingen. Het is het specialisme dat we opgebouwd hebben wat het werk zo boeiend maakt. Het is zowel spannend als uitdagend. Ik vind het opsporen van storingen leuk, maar ook gewoon het fysieke werk, het sleutelen. Het is belangrijk dat er afwisseling is. Je wilt niet alleen maar storingen oplossen, maar ook praktisch bezig zijn. Het mooie hier is dat we een mix van alles hebben.”
Wat is het meest bijzondere dat je ooit hebt op moeten lossen?
“Er was een probleem met een Mitsubishi L300 waarbij een nieuwe turbo werd geïnstalleerd maar deze bleef haperen. Ondanks overleg en het plaatsen van een nieuwe turbo bleef het probleem aanhouden. Na grondig onderzoek en overleg met de turbo leverancier, bleef de oorzaak van het probleem onbekend. Uiteindelijk heb ik, ondanks het advies van de leverancier en het risico op garantieverlies, zelf aanpassingen aan de turbo gedaan door de schoepen te verstellen, waarna de motor weer goed rond draaide.”
Wat is het grappigste dat je tijdens je werk hebt meegemaakt?
“Een van de grappigste situaties was toen een auto begon te haperen en geen vermogen meer leverde, en het bleek dat het luchtfilter vol zat met hazelnoten. Een andere keer stopte een auto ermee en ontdekten we dat er water in de tank zat. Het vreemde was dat wanneer we een los tankje naast de auto plaatsten met een slangetje naar de carburateur, de motor wel liep. Later ontdekten we dat de klant een gat had geboord in de kofferbak om water weg te laten lopen, maar de brandstoftank zat ook onder de kofferbak.”